Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

Wat heeft het gekost?

Samenstelling programma

(obv gerealiseerde lasten inclusief dotaties aan reserves)

€ 543.312

(obv gerealiseerde baten inclusief dotaties aan reserves)

€ 543.312

Wat heeft het gekost?

Financiële verantwoording op hoofdlijnen

Twee derde van de lasten van dit programma bestaat uit open einde regelingen voor de Wmo en jeugd (66%). Dit betreft vooral de Wmo-voorzieningen (27%), maatwerkdienstverlening 18- (22%) en Beschermd wonen (15%). Het gaat dan om zaken als huishoudelijke hulp, Taxibus, woningaanpassingen en specialistische jeugdhulp.
Het resterende derde deel bestaat uit meerdere onderdelen, waarvan Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams (8%), Kinderbescherming en huiselijk geweld (8%) en Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst (8%) de grootste zijn.

Circa 87% van de baten bestaat uit algemene middelen van de gemeente zelf. Circa 9% bestaat uit een bijdrage van de Gemeenschappelijke Regeling Haaglanden (GGD en VT) als vergoeding voor de uitvoeringsorganisatie van Den Haag, en vergoeding voor ambulanceritten. Het restant van 4% is verdeeld over verschillende posten zoals eigen bijdragen (2%).

(bedragen x € 1.000,-)

Uitkomst 2018

Actuele begroting 2018

Resultaat 2018

Ontwerp begroting 2018

Uitkomst 2017

Lasten

     543.312

     518.199

        25.113

N

     486.466

     492.460

Baten

       65.490

        61.367

          4.123

V

        38.116

        51.108

Saldo exclusief reserves

     477.822

N

     456.832

N

       20.990

N

     448.350

N

     441.353

N

Dotaties aan reserves

                   -  

                   -  

                   -  

-

                   -  

          5.000

Onttrekkingen aan reserves

          2.800

          4.050

          1.250

N

          1.900

          3.200

Saldo inclusief reserves

      475.022

N

       452.782

N

         22.240

N

      446.450

N

       443.153

N

Toelichting op het financiële resultaat van het programma (1) en majeure afwijkingen ten opzichte van de uitkomst van vorig jaar (2)

Het tekort in 2018 heeft vooral betrekking op de Wmo voorzieningen en jeugdhulp.

Op Wmo voorzieningen is in 2018 een tekort van € 16,5 mln. gerealiseerd (in 2017 werd een nadelig resultaat van € 3,9 mln. behaald). Het hogere tekort komt met name door meer gebruikers van voorzieningen en het effect van nieuwe contractvoorwaarden voor maatwerkarrangementen sinds medio 2017 en hulp bij huishouden sinds 2018 (afrekenen op zorgresultaat in plaats van aantal verleende zorguren).  
Van de € 16 mln. in 2018-2020 die in het coalitieakkoord is vrijgemaakt voor preventie jeugdhulp, is in de begroting 2018 € 11 mln. opgenomen. Het tekort voor jeugdhulp is, zonder die middelen, circa € 21 mln. (in 2017: € 14,4 mln.). De stijging in de kosten wordt verklaard door intensievere hulp, nieuwe doelgroepen zoals kinderen die gebruikmaken van de voorziening verblijf Licht Verstandelijk Beperkt, gezinnen waar een taalbarrière speelt en zorg mijdende jongeren, en door hogere tarieven in 2018 vanwege de harmonisering van tarieven.

Het saldo van lasten en baten incl. reserves is in 2018 ten opzichte van 2017 gestegen met € 32 mln. De voornaamste oorzaken zijn de gestegen lasten voor jeugdhulp (€ 25 mln.) en Wmo voorzieningen (€ 19 mln.). De overige begrotingsonderdelen samen laten per saldo een daling zien.

Waar bestaan de kosten uit?

Financiële verantwoording per activiteit

Participatie zorg en welzijn

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

            39.895

               127

            39.768

 N 

Begroot 2018

            45.476

           1.250

            44.226

 N 

Resultaat

                 5.581

 V 

             1.123

 N 

                4.458

 V 

Toelichting op lasten en baten
Participatie, zorg en welzijn betreft voornamelijk subsidiebudget. In 2018 is circa € 24 mln. besteed aan activiteiten rond vrijwilligerswerk (€ 4,4 mln.), buurthuis van de toekomst (€ 3,2 mln.), cliëntondersteuning (€ 5,3 mln.), ondersteuning ouderen (€ 3,4 mln.), mantelzorg (€ 6,0 mln.) en gehandicaptenparticipatie (€ 1,7 mln.). Daarnaast is circa € 14 mln. besteed aan Welzijn in de vorm van subsidies aan de vier Haagse welzijnsorganisaties bestaande uit de drie werkmaatschappijen van Xtra, te weten de stichtingen VOOR Welzijn, MOOI, Zebra en als vierde Welzijn Scheveningen, voor het leveren van algemene maatschappelijke ondersteuning.

Toelichting op financiële resultaten

Participatie                           € 3,6 mln. V/I
Gedurende het jaar werd  een tekort op programma 8 zichtbaar. Daarom is behoedzaam omgesprongen met subsidieverleningen en werden projecten waar mogelijk getemporiseerd. Dit leidt tot een voordeel van € 2,8 mln.

In 2018 is besloten over het vernieuwen van de automatisering van PEP (Participatie Emancipatie Professionals), zodat dienstverlening op peil kan worden gehouden. Het huidige systeem voldoet niet meer aan de tijd. De begrote kosten van het project PEP waren € 0,8 mln. Dit betreft een investering die wordt geactiveerd en de kosten verspreid over meerdere jaren afgeschreven worden. Dit leidt tot een incidenteel voordeel van € 0,8 mln., omdat het als last was geboekt en niet als investering.    
In de begroting is voor het Zorg Innovatiefonds een reserve van € 5 mln. opgenomen, waarvoor in 2018 kosten en een onttrekking aan de reserve van € 1,25 mln. waren begroot. In 2018 zijn hiervoor echter nog geen kosten gemaakt en hoefden geen middelen onttrokken te worden aan de reserve. Per saldo is het resultaat neutraal.

Gehandicaptenparticipatie                     € 0,8 mln. V/I         
Van de voorziening ‘Tussen wal en schip’ is minder gebruikgemaakt dan verwacht. De meldingen die gedaan zijn, komen van aanbieders die al bekend zijn met het gemeentelijk aanbod. Daarbij gaat het veelal om cliënten waarvan de (verblijf)indicaties afliepen maar die nog niet zelfstandig kunnen wonen. En om cliënten met multi-problematiek (GGZ/LVB) waar momenteel nog geen gepast aanbod voor is. De verwachting was dat nieuwe aanbieders (professionals en zorgconsulenten) meer (jong) volwassenen met LVB zouden aanmelden.

WMO voorzieningen

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

          147.566

        12.060

          135.507

 N 

Begroot 2018

          131.560

         12.531

          119.029

 N 

Resultaat

              16.006

 N 

                471

 N 

              16.478

 N 

Toelichting op lasten en baten
Het grootste deel van de lasten voor Wmo voorzieningen is besteed aan voorzieningen die door zorgaanbieders, leveranciers van hulpmiddelen, vervoerders en installateurs aan inwoners worden geleverd (€ 123,7 mln.). Dit betreft:

  • Huishoudelijke hulp voor circa € 40,1 mln.
  • Dagbesteding en begeleiding voor circa € 39,6 mln.
  • Pgb’s voor circa € 8,5 mln.
  • Hulpmiddelen vervoer ouderen en gehandicapten (zoals scootmobielen) voor circa € 13,5 mln.
  • Woonvoorzieningen ouderen en gehandicapten voor circa € 8 mln.
  • Vervoer Taxibus voor circa € 8,5 mln.
  • Het restant, circa € 5,5 mln., is onder andere besteed aan statushouders, keuringen van cliënten, zonnebloemauto’s (rolstoelvervoer), voorbereiding van inkoop trajecten en aan innovatie.

Daarnaast wordt zo’n € 24 mln. besteed aan gemeentelijke dienstverlening. Dit betreft vooral het keukentafelgesprek met de cliënt om uit te vinden wat de zorgbehoefte is en passende zorg vorm te geven.

Tot de baten behoren de eigen bijdragen (circa € 8,2 mln.), een onttrekking aan de reserve ‘decentralisatie Wmo’ van € 2,8 mln. en een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren van € 0,9 mln.

Toelichting op financiële resultaten

Het totale resultaat van € 16,5 mln. nadeel bestaat uit verschillende onderdelen die hieronder worden toegelicht.

De overschrijding van de begrote lasten vindt vooral plaats bij voorzieningen die aan cliënten worden verstrekt. De trend van stijging van de lasten is zichtbaar over de volle breedte van het aanbod van Wmo-voorzieningen.

Naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer is besloten vanaf medio 2017 de toegang tot de Wmo vormvrij te maken (RIS296318), zijn doorlooptijden verkort om aan de wettelijke termijnen te kunnen voldoen (RIS296790) en is de eigen bijdrage voor dagbesteding en begeleiding afgeschaft als gevolg van de motie ‘Niet vraguh om een eigen bijdrage’ (RIS296671). Het jaar 2018 is het eerste volledige jaar waarin de effecten hiervan zichtbaar zijn. Verder zijn in 2018 de achterstanden qua verzoeken om voorzieningen ingelopen. Deze beleidswijzigingen hebben vooral invloed op het aantal verstrekte voorzieningen en het gebruik van de voorzieningen.

Maatwerkarrangementen zorg in natura en pgb                           € 11,9 mln. N/S

Het grootste deel van het tekort is herleidbaar tot de Wmo-maatwerk voorziening (huishoudelijke hulp en dagbesteding en begeleiding en pgb’s). Een analyse van het tekort toont drie onderdelen: toename aantal cliënten, hogere mate van declaratie en prijsstijging. Hieronder volgt per onderdeel een nadere analyse.

De tabel hierboven met de ontwikkeling van de aantallen bij maatwerkarrangementen laat bij dagbesteding en begeleiding en bij de pgb’s een forse stijging zien. Het financiële effect hiervan is een nadeel van € 5,2 mln.

*Uit de jaarlijkse verantwoordingen van de zorgaanbieders blijkt dat nog circa € 1,1 mln. over 2018 wordt gedeclareerd. In deze verantwoordingen is geen onderscheid tussen declaraties huishoudelijke hulp en declaraties begeleiding of dagbesteding opgenomen.

In 2018 nagekomen declaraties van zorgaanbieders van kosten die gemaakt zijn in 2017 leiden tot een nadeel van € 1,5 mln.

Voor Wmo-maatwerkvoorzieningen  (huishoudelijke hulp, dagbesteding, begeleiding en pgb’s)  is door zorgaanbieders een hoger bedrag gedeclareerd per toegekende voorziening dan begroot. Dit leidt tot een nadeel van € 5,2 mln. over 2018.

Pgb-cliënten hebben minder gebruik gemaakt van de pgb’s, doordat de zorgbehoefte lager was dan verwacht.

SVB pgb
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) fungeert namens gemeenten als administratie- en betalingskantoor voor de persoonsgebonden budgetten. Ook voor 2018 zal de SVB geen goedkeurende controleverklaring krijgen voor haar verantwoording voor de persoonsgebonden budgetten (Wmo incl. beschermd wonen en Jeugdhulp).Verder onderzoekt de gemeente de rechtmatigheid van de zorg door maandloners. De uitkomsten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Dit jaar is voor de pgb's sprake van onrechtmatigheden voor € 1,6 mln., getrouwheidsfouten voor € 0,1 mln. en onzekerheden van € 0,7 mln.

Voorzieningen voor de burger: diversen                              € 1,7 mln. N/S
Dit resultaat bestaat uit de volgende componenten:
. Hulpmiddelen vervoer € 0,7 mln. nadeel. Het aantal verstrekte hulpmiddelen vervoer is gestegen.
· Woonvoorzieningen € 0,7 mln. nadeel, met name bestaand uit hogere uitgaven voor woningaanpassingen (€ 0,2 mln.) en trapliften (€ 0,4 mln.).
· Vervoer Taxibus, € 0,3 mln. nadeel. Het aantal ritten is gestegen van 683.000 in 2017 naar 691.00 in 2018. Het tarief is met 2% geïndexeerd.

Gemeentelijke dienstverlening                     € 1,6 mln. N/S

Diverse projecten (€ 1,2 mln. V/S): hulp aan statushouders is onderdeel van de activiteit Sociale wijkteams. Hierop is een voordeel behaald van € 0,5 mln. vanwege minder statushouders dan verwacht. Dit bedrag wordt verrekend met de reserve Statushouders. Andere voordelen betreffen de innovatieregeling MWA (€ 0,5 mln.) en de regeling steunpunten zorginfrastructuur (€ 0,4 mln.). Deze regelingen zijn in de loop van 2018 van kracht geworden waardoor nog niet voor een heel jaar aanvragen binnen zijn gekomen. Andere projecten leiden per saldo tot een nadeel van € 0,2 mln.

Overige kosten (€ 2,8 mln. N/S): bij de uitvoering van de Wmo is een tekort ontstaan van circa € 2,8 mln. Het gaat om € 1 mln. extra inhuur van consulenten voor het inlopen van achterstanden bij het toekennen van Wmo-voorzieningen. Daarnaast was sprake van € 1,8 mln. hogere lasten dan begroot voor met name het IT-systeem voor de Wmo (€ 1,1 mln.), het callcenter en bezwaar en beroep (samen € 0,4 mln.).

Eigen bijdragen Wmo                        € 1,3 mln. N/S
Op de eigen bijdragen bestond in 2018 een tekort van circa € 1,3 mln. Dit is veroorzaakt door het te hoog inschatten van de eigen bijdrage door de rijksoverheid bij de drie decentralisaties sociaal domein. Ondanks eerdere compensatie uit andere budgetten binnen maatwerkvoorzieningen blijft nog steeds een tekort bestaan. Ondanks dat we eerder de begrote baten structureel hebben verhoogd, blijft een tekort bestaan.

De eigen bijdragen die betrekking hebben op Beschermd wonen zitten ook in de activiteit Eigen bijdrage Wmo. Uit privacy overwegingen geeft het CAK hiervan geen detailinformatie.
Het CAK is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen die het CAK int voor de gemeente. Op grond van de kadernota BBV melden we: “Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over de omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.”

Beschermd wonen

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

            83.407

           1.473

            81.933

 N 

Begroot 2018

            86.468

           1.214

            85.254

 N 

Resultaat

                3.061

 V 

                259

 V 

                3.321

 V 

Toelichting op lasten en baten
Het merendeel van de financiële middelen, in totaal ruim € 67 mln., gaat naar zes beschermd wonen-instellingen (Stichting Anton Constandse, Fonteynenburg, het Leger des Heils, Parnassia, Stichting Limor en de Kesslerstichting). De overige circa € 19 mln. gaat naar zo’n 30 kleinere beschermd wonen instellingen en pgb-cliënten. In 2018 maakten 1.820 personen gebruik van beschermd wonen (1.774 in 2017). Daarvan kregen 1.517 personen zorg in natura (1.578 in 2017) en kochten 303 personen ondersteuning in met een persoonsgebonden budget (196 in 2017).

Toelichting op financiële resultaten

Vrijval subsidies oude jaren                     € 3,4 mln. V/I
In 2018 is ingezet op vaststelling van subsidies uit oude jaren, waarbij bleek dat niet al het verstrekte subsidiebudget was benut. Tevens zijn in tegenstelling tot voorgaande jaren vaststellingen in de eerste maanden van 2019 van subsidies uit 2018 meegenomen. Dit tezamen heeft geleid tot een vrijval in 2018 van € 4,3 mln. Dat is € 3,4 mln. hoger dan verwacht (gebaseerd op vrijval 2017).

Overig                              € 0,1 mln. N/I   

Maatschappelijke opvang en emancipatie

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

             20.616

                 36

            20.581

 N 

Begroot 2018

            20.425

                   -  

            20.425

 N 

Resultaat

                     191

 N 

                  36

 V 

                    156

 N 

Toelichting op lasten en baten
Het grootste deel van de financiële middelen voor maatschappelijke opvang (thuislozenzorg) bestaat uit subsidies aan de Kesslerstichting, het Leger des Heils, Schroeder van der Kolk, Stichting Limor en Reakt (in totaal € 15,8 mln.) en wordt onder andere besteed aan opvang-, doorstroom- en inloopvoorzieningen, dagbesteding, hostels, begeleiding en ondersteuning.
De resterende € 0,9 mln. wordt besteed aan subsidies ten behoeve van het bevorderen van emancipatie.

Toelichting op financiële resultaten

Overig                              € 0,1 mln. N/I

Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

            45.077

           2.158

            42.919

 N 

Begroot 2018

            45.879

           1.808

            44.071

 N 

Resultaat

                    802

 V 

               350

 V 

                 1.152

 V 

Toelichting op lasten en baten
In 2018 is € 16 mln. besteed aan apparaatslasten (salarissen, huisvesting, e.d.) voor de uitvoering van jeugdgezondheidszorg binnen de Centra Jeugd en Gezin. Daarnaast is € 2 mln. besteed aan het opleiden van artsen en het vaccineren van kinderen. De middelen hiervoor zijn ontvangen van de rijksoverheid.
Voor preventief jeugdbeleid is voor circa € 11 mln. aan subsidies verstrekt. De overige kosten van circa € 4 mln. voor preventief jeugdbeleid betreffen het digitale subsidiesysteem, innovatie voor het digitaliseren van de monitoring en personeelskosten.
De formatie binnen de jeugdteams bestaat uit medewerkers in gemeentelijke dienst (zie de eerder genoemde € 16 mln.) en gezinscoaches vanuit zorgaanbieders. De formatie van de gezinscoaches vanuit zorgaanbieders is vanaf 2018 aanbesteed. Hiermee is € 11 mln. gemoeid. Daarnaast zijn er nagekomen lasten uit 2016 en 2017 van € 2 mln. voor de inzet van gezinscoaches.

Toelichting op financiële resultaten

Jeugdgezondheidszorg                         € 0,7 mln. V/I  
Een bedrag van € 0,7 mln. was begroot onder de activiteit Jeugdgezondheidszorg in plaats van onder de activiteit Openbare gezondheidszorg (per saldo budgettair neutraal binnen programma 8).

Preventief jeugdbeleid                        € 0,8 mln. V/I
Gezien de financiële ontwikkelingen binnen programma 8 is behoudend omgegaan met toekenningen van subsidies.

Overig                              € 0,3 mln. N/I

Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18-

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

          116.884

               820

          116.064

 N 

Begroot 2018

          107.994

                   -  

          107.994

 N 

Resultaat

                8.890

 N 

               820

 V 

               8.070

 N 

Toelichting op lasten en baten
Voor circa € 101 mln. zijn declaraties ontvangen van jeugdhulpaanbieders voor de voorzieningen:

  • begeleiding (€ 22 mln.),
  • dagbehandeling (€ 20 mln.),
  • specialistische behandeling (€ 13 mln.),
  • logeer- en gezinshuizen (€ 10 mln.),
  • jeugdreclassering en jeugdbescherming (€ 9 mln.),
  • begeleid wonen (€ 5 mln.),
  • gespecialiseerde jeugdhulp (regionaal ingekocht € 15 mln. en landelijk ingekocht € 2 mln.),
  • en overig (€ 5 mln.).

De overige circa € 15 mln. is besteed aan:

  • Apparaatslasten uitvoering jeugdhulp door Centra Jeugd en Gezin (€ 6 mln.)
  • Persoonsgebonden budgetten voor 421 cliënten (circa € 5 mln.)
  • Gemeenschappelijke Regeling H10 (o.a. salarissen, IT-systeem, aanbesteding inkoop 2020-2024 ) (€ 2 mln. voor de gemeente Den Haag).
  • Salarislasten en contractbeheersing specialistische jeugdhulp (circa € 1 mln.)
  • coördinatie landelijk afgesproken regionale Expertteam, plaatsingscoördinatie, zorgbemiddeling en toeleiding naar gesloten jeugdhulp, 3-milieuvoorzieningen en de crisisdienst (circa € 1 mln.).

Toelichting financiële resultaten inkoop jeugdhulp in 2018 t.o.v. 2017

De inkoop van de jeugdhulp in de regio betreft Maatwerkdienstverlening 18-, geëscaleerde zorg en Kinderbescherming. De resultaten voor deze gespecialiseerde jeugdhulp zijn respectievelijk € 6,4 mln., € 1,8 mln. en € 1,6 mln. nadelig. Rekening houdend met de € 11 mln. aan coalitiemiddelen is het nadelig resultaat € 20,8 mln. De analyse van dit resultaat is als volgt:

Volume-effect (€ 9,8 mln.), met name door nieuwe doelgroepen en zorgaanbieders:

  • In de loop van 2017 is een groep jongeren beoordeeld of deze binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) of binnen de Jeugdwet gefinancierd moesten worden. Meer kinderen dan voorzien vallen onder de Jeugdwet. Dit leidde tot € 2,7 mln. extra kosten voor de gemeente. Dit inzicht kwam te laat om in de begroting 2018 rekening mee te houden.
  • Voor € 1,7 mln. zijn extra kosten gemaakt t.o.v. 2017 door nieuwe instroom met zwaardere problematiek, die vooralsnog niet in aanmerking komt voor een indicatie op grond van de Wlz, waardoor de kosten binnen de Jeugdwet vallen. Het aantal dagdelen dat kinderen in de kinderdienstencentra zijn, is daardoor gestegen.
  • Meer kinderen/jongvolwassenen maken gebruik van de voorziening verblijf Licht Verstandelijk Beperkt (€ 1,1 mln.).  Deels zijn dit kinderen die ‘vroeger’ in detentie of een gesloten instelling zaten, maar op last van de rechter nu de laatste maanden in een open setting verblijven.
  • Een aantal jeugdhulpaanbieders is in de loop van 2017 gecontracteerd (zorg in natura) of werd in 2017 gefinancierd via een pgb. Dit zijn relatief kleine aanbieders  die hoog specialistische hulp of weinig voorkomende hulp bieden. Het aanbod van deze vormen van jeugdhulp was voorheen beperkt beschikbaar middels zorg in natura in Den Haag. Doordat kinderen door meer aanbod sneller dan verwacht geholpen konden worden, zijn de kosten € 1,4 mln. hoger dan verwacht.
  • In de regio zijn nieuwe jeugdhulpaanbieders actief, die geen wachtlijst hebben en op veel leefgebieden hulp kunnen bieden. Een aantal van deze jeugdhulpaanbieders biedt hulp aan zorg mijdende jongeren en gezinnen met een taalbarrière. De extra kosten zijn circa € 2,1 mln.
  • In het tweede kwartaal 2017 is het aantal verblijfplaatsen gesloten jeugdhulp uitgebreid. De hogere kosten bedragen in 2018 circa € 0,8 mln.

Prijseffect (€ 7,3 mln.):

  • In de verlengde jeugdhulp/18+ zijn extra kosten van € 2 mln. gerealiseerd bij zorgaanbieders, omdat  voor deze jeugdigen nog geen passende woonruimte is om zelfstandig te kunnen wonen.
  • In de aanbesteding van de nieuwe contracten 2018 zijn 1.600 producten en tarieven geharmoniseerd naar circa 400 producten en tarieven, waarbij rekening is gehouden met de financiële positie van de zorgaanbieders. Deze harmonisatie heeft een niet-begrote kostenstijging van € 5,3 mln. tot gevolg. Onderdeel hiervan is een hogere vergoeding voor het product ‘pleegzorg’ (nadeel € 3 mln.). Uit de landelijke benchmark bleek dat het tarief van de gemeente Den Haag veel lager lag dan het landelijk gemiddelde. Daar het beleid is om pleegzorg te stimuleren (jeugdigen in een gezinssituatie), is het tarief opgehoogd naar de landelijke benchmark.

Overig (€ 3,7 mln.):

  • Een aantal aanbieders met specifieke vormen van jeugdhulp werd in 2017 gefinancierd middels een subsidie. Vanaf 2018 zijn deze aanbesteed via de jeugdhulpproducten. Het beschikbare bedrag voor subsidies voor jeugd (voor andere aanbieders) is gelijk gebleven. De kosten bedragen € 1,2 mln.
  • Het restant van € 2,5 mln. betreft allerlei kleine verschillen verdeeld over de tientallen zorgaanbieders en 400 producten en tarieven.

Toelichting op financiële resultaten

Maatwerkdienstverlening 18-                                  € 5,5 mln. N/S  

  • In het voorgaande kader "Toelichting financiële resultaten inkoop jeugdhulp in 2018 t.o.v. 2017 zijn de hogere kosten voor gespecialiseerde jeugdhulp (€ 6,4 mln. N/S) geanalyseerd.
  • Het vinden van gekwalificeerde gezinscoaches is een regionaal arbeidsmarktprobleem waardoor het invullen van vacatures moeizaam verloopt. Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan (€ 1,1 mln. V/I).
  • Gezien de financiële ontwikkelingen binnen programma 8 is behoudend omgegaan met het aangaan van verplichtingen, ook rondom innovatie (€ 0,6 mln. V/I).
  • Om het aanbestedingstraject 2020-2024 vorm te geven is extra personeel ingehuurd (€ 0,5 mln. N/I).
  • Daarnaast resteert een overig nadeel van € 0,3 mln.

Geëscaleerde zorg 18-                        € 3,1 mln. N/S

  • Betreft voor € 1,8 mln. hogere kosten gespecialiseerde jeugdhulp. Hiervoor verwijzen we naar de passage geschreven boven maatwerkdienstverlening 18–.
  • De uitgaven voor het Landelijk Transitie Arrangement (LTA) zijn € 0,8 mln. hoger dan begroot. Dit is jeugdhulp die geleverd is door landelijke instellingen met een specialistische functie, die ingekocht wordt via de VNG. De gemeente heeft conform landelijke afspraken zelf geen relatie met de betreffende jeugdhulpaanbieders, maar ontvangt alleen de declaraties. De voorlopige realisatie van € 2,1 mln. is gebaseerd op een prognose van de VNG. Jeugdhulpaanbieders verantwoorden zich uiterlijk 1 april 2019 over het jaar 2018 aan de VNG, conform het landelijke controleprotocol. Pas dan is de definitieve realisatie van het LTA bekend.
  • Daarnaast resteert een overig nadeel van € 0,4 mln.

Voor de zorg met betrekking tot de jeugdbeschermings- of reclasseringsmaatregel heeft het college in verband met onduidelijkheid over de aanbestedingsplicht besloten om geen aanbestedingsprocedure te starten voor het jaar 2018. De raad is hierover geïnformeerd (RIS297203). Uit nader juridisch onderzoek blijkt dat aanbesteding niet nodig was, omdat de rechter bepaalt welke gecertificeerde instelling de zorg moet verlenen en de gemeente via het Inkoopbureau H10 die instelling een contract aanbiedt. Hierdoor is alsnog geen sprake van onrechtmatigheid.

Pgb jeugdhulp                           € 0,6 mln. V/I
Op de persoonsgebonden budgetten voor jeugdhulp is een klein voordeel ontstaan.

Kinderbescherming en huiselijk geweld

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

            42.827

        12.077

            30.751

 N 

Begroot 2018

            38.303

         11.066

            27.237

 N 

Resultaat

                4.524

 N 

             1.011

 V 

                3.514

 N 

Toelichting op lasten en baten

De kosten voor kinderbescherming betreffen declaraties ontvangen van jeugdhulpaanbieders voor gespecialiseerde jeugdhulp voor € 12 mln.

De financiële middelen voor prostitutiebeleid en aanpak mensenhandel bestaan voor het grootste deel uit subsidies aan Perspectief, Veilig Thuis Haaglanden, SHOP (zorg en opvang prostituees en slachtoffers mensenhandel), Leger des Heils en Voor Welzijn. Samen gaat het om circa € 12 mln.

De gemeente Den Haag voert de taken inzake het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, waartoe negen gemeenten in de regio Haaglanden (incl. gemeente Den Haag) behoren. De gemeentelijke bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling betreft € 7 mln. (last in de jaarrekening). Tussen de gemeente en de gemeenschappelijke regeling wordt voor de uitgevoerde taken voor de 9 gemeenten € 11,9 mln. verrekend. Dit bedrag is een baat en last in de jaarrekening.

Toelichting op financiële resultaten

Kinderbescherming                                                                                                € 3,9 mln. N/S
Betreft voor € 1,6 mln. hogere kosten voor gespecialiseerde jeugdhulp. Hiervoor verwijzen we naar de toelichting financiële resultaten inkoop jeugdhulp geschreven boven maatwerkdienstverlening 18–.
Voor de uitvoering van de taken die te maken hebben met Veilig Thuis, – die worden uitgevoerd
voor de negen gemeenten in de regio Haaglanden – zijn de lasten in 2017 € 1,5 mln. hoger dan begroot. Dit bedrag komt vooral door het gestegen aantal meldingen, waardoor extra inzet van personeel nodig was. Daarvoor is personeel ingehuurd.

- Lasten: € 2,2 mln. nadelig, bestaande uit € 1,1 mln. verrekenbare lasten met de gemeenschappelijke regeling GGD en Veilig Thuis, € 0,7 mln. lasten voor de bijdrage van de gemeente aan de gemeenschappelijke regeling en € 0,4 mln. niet-verrekenbare lasten.   
-   Baten: € 1,1 mln. voordelig, zijnde de bijdrage vanuit de gemeenschappelijke regeling GGD en Veilig thuis.
-   Saldo van baten en lasten: € 1,1 mln. nadelig.

Een tekort van € 0,6 mln. betreft door een incidenteel technische verschuiving met het programma overhead. De huisvesting van zowel de GGD als Veilig Thuis is toe te rekenen aan het primair proces, en niet als overhead. De lasten zijn derhalve op het programma 8 gerealiseerd, terwijl begroot was op programma Overhead. Per saldo is het resultaat neutraal voor de gemeente.

Bij de inhuur van het personeel door de toename van het aantal meldingen is niet voldaan aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Daarom is voor de gemeente Den Haag sprake van een rechtmatigheidsfout van circa € 1,5 mln. De raad is hierover via het halfjaarbericht van 2018 geïnformeerd (RIS300605, p.38). Dit heeft geen effect op de rechtmatigheid van de jaarrekening van de GR GGD/VT. Voor het jaar 2019 is voldaan aan de aanbestedingseisen.

Overig                                                                                                                     € 0,6 V/I

Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

             41.615

        31.949

               9.667

 N 

Begroot 2018

            37.389

        30.569

               6.820

 N 

Resultaat

                4.226

 N 

            1.380

 V 

                2.847

 N 

Toelichting op lasten en baten

Openbare gezondheidszorg (lasten € 29,6 mln. en baten € 18,5 mln.)
De gemeente Den Haag verricht de uitvoering van de taken die voornamelijk voortkomen uit de Wet Publieke Gezondheid voor negen gemeenten in de regio Haaglanden (incl. gemeente Den Haag). De gemeente Den Haag voert deze taken uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, waartoe  negen gemeenten in de regio Haaglanden (incl. gemeente Den Haag) behoren.  De gemeentelijke bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling betreft € 5 mln. (last in de jaarrekening).
Tussen de gemeente en de gemeenschappelijke regeling wordt voor de uitgevoerde taken voor de gemeenten € 10 mln. (exclusief toezicht kinderopvang) verrekend. Dit bedrag is een bate en last in de jaarrekening.

Daarnaast bestaan de baten en lasten  uit taken die worden gefinancierd uit middelen van het Rijk of van cliënten (€ 6,5 mln.) Het grootste deel van deze bijdragen betreft een specifieke uitkering van de rijksoverheid voor het uitvoeren van de regeling ‘Aanvullende Seksuele Gezondheid’ (ASG). Dit bedraagt € 3,2 mln. Het overige deel bestaat voor circa € 2 mln. opbrengsten reizigersvaccinaties en € 1 mln. uit diverse.

De GGD voert daarnaast taken in opdracht van de individuele gemeenten uit (zogenaamde lokale taken).  De lasten hiervoor bedragen € 5,9 mln. en de baten € 1,8 mln.

Ambulancedienst (lasten € 12,1 mln. – baten € 13,4 mln.)
Voor de activiteit Ambulancedienst wordt vanuit de regionale ambulancevoorziening Haaglanden ingezet op Ambulancezorg inclusief vervoer. De baten bedroegen € 13,4 mln. en de lasten € 12,2 mln.

Toelichting op financiële resultaten

Openbare gezondheidszorg                     € 2,9 mln. N/I

Lasten (€ 3,9 mln. N)
Een bedrag van € 0,7 mln. was begroot onder de activiteit Jeugdgezondheidszorg in plaats van onder de activiteit Openbare gezondheidszorg (per saldo budgettair neutraal binnen programma 8).

Een nadeel van € 2,3 mln. wordt veroorzaakt door een incidenteel technische verschuiving met het programma overhead. De huisvesting van zowel de GGD als VT is toe te rekenen aan het primair proces, en niet als overhead. De lasten zijn derhalve op het programma 8 gerealiseerd, terwijl begroot was op programma Overhead. Per saldo is het resultaat neutraal voor de gemeente.

De additionele lasten bestaan uit:

  • € 0,2 mln. terugbetaling aan de rijksoverheid inzake de specifieke uitkering Aanvullende seksuele gezondheid vanwege een te hoge reserveopbouw;
  • € 0,2 mln. extra personele inzet Tuberculosebestrijding in verband met het Regionale Expertise Centrum TBC;
  • € 0,2 mln. extra ‘schouwen’ en herscholingen van artsen;
  • € 0,2 mln. extra personele lasten en inkoop vaccins vanwege een hogere inzet t.b.v. reizigersspreekuur;  
  • € 0,1 mln. overig.

Baten (€ 0,9 mln. V)
Het voordeel op baten bestaat uit:

  • € 0,2 mln. onttrekking reserve ASG vanwege de bij de lasten genoemde terugbetaling aan het rijk;
  • € 0,2 mln., vanwege de extra inzet in verband met het Regionale Expertise Centrum TBC;
  • € 0,2 mln. vanwege een tweetal ontvangsten in 2018 die betrekking hadden op 2017;
  • € 0,2 mln. hogere baten vanwege meerwerk schouwen;
  • € 0,1 mln. vanwege hoger aantal reizigersspreekuren;

Ambulancedienst                        € 0,0 mln.

Lasten (€0,5 mln. N) en baten (€ 0,5 mln. V)
De lasten zijn € 0,5 mln. hoger vanwege hogere uitgaven voor salarissen en inkoop goederen en diensten vanwege verhoogde paraatheid. De baten zijn ook € 0,5 mln. hoger, omdat de kosten zijn doorbelast naar de regionale ambulancevoorziening Haaglanden.

Vastgoedbeheer

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2018

               5.424

           7.591

               2.167

 V 

Begroot 2018

               4.705

           6.979

               2.274

 V 

Resultaat

                    719

 N 

                612

 V 

                    107

 N 

Toelichting op lasten en baten
Het beheer en de ontwikkeling van het gemeentelijk vastgoed wordt nader toegelicht in de aparte
paragrafen Vastgoed en Onderhoud kapitaalgoederen.

Toelichting op financiële resultaten

Vastgoedbeheer   € 0,1 mln. N/I

De uitgaven op onderhoud waren € 0,6 mln. hoger dan begroot. Dit resultaat wordt verrekend met de algemene onderhoudsreserve. Het verkoopresultaat was € 1,1 mln. hoger dan begroot. Dit betreft vooral de verkoop van het pand aan de Nieuwe Laantjes 12. Er was voor € 0,5 mln. nadelige huurderving door leegstand. Overige, kleinere mutaties waren per saldo € 0,1 mln. nadelig.
Zie de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen voor nadere toelichting.

Reserves, voorzieningen en investeringen

bedragen x € 1.000

Reserves

Begin

Uitkomst 2018

Begroting 2018

Saldo

Mutaties

Eindsaldo

Mutaties

Eindsaldo

Afwijking

Reserve Zorg Innovatiefonds

       5.000

                -  

       5.000

      -1.250

       3.750

        1.250

Projectreserve Decentralisatie WMO

       2.800

      -2.800

                -  

      -2.800

                -  

                -  

Totaal

       7.800

       -2.800

        5.000

       -4.050

        3.750

         1.250

In de begroting is voor het Zorg Innovatiefonds een reserve van € 5 mln. opgenomen, waarvoor in 2018 kosten en een onttrekking aan de reserve van € 1,25 mln. waren begroot. In 2018 zijn hiervoor echter nog geen kosten gemaakt en hoefden geen middelen onttrokken te worden aan de reserve.

De onttrekking in 2018 van € 2,8 mln. aan de egalisatiereserve individuele voorzieningen Wmo was bedoeld als incidentele dekking voor de vorming van de JMO-organisatie per 1 juli 2018.

(bedragen x € 1.000,-)

Voorzieningen

Begin

Uitkomst 2018

Begroting 2018

Saldo

Mutaties

Eindsaldo

Mutaties

Eindsaldo

Afwijking

Schenking Bevolkingsonderzoek

91

0

91

0

91

0

Voorziening aanloop-en frictiekosten GGD Haaglanden

76

0

76

0

76

0

Totaal

167

0

167

0

167

0

bedragen x € 1.000

Investeringen MIP

Uitkomst 2018

Begroting 2018

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Economisch nut:

Ruimtebiedende wijkcentra

46

46

231

231

MIP WMO Sezer

730

730

0

0

Project PEP

402

402

0

0

Jeugd

376

376

600

600

Totaal

1.554

0

1.554

831

0

831

De investeringen in software Wmo ‘Sezer’ (betreft meldingen Wmo) en PEP (Participatie Emancipatie Professionals) waren abusievelijk niet als investering begroot. Het gaat echter om investeringen met economisch nut, die verspreid over 5 jaar in de begroting zullen worden opgenomen.