Financiering

Externe ontwikkelingen

Externe ontwikkelingen

De Nederlandse economie groeide in 2018 met 2,5%, maar daalde t.o.v 2017 (2,9%). De economie vertraagt vanwege een afzwakking van de consumptie, een minder robuuste groei van de investeringen in woningen en de dalende aardgasproductie. De economische groei in de eurozone was in 2018 2,0% (2017: 2,5%). De wereldeconomie groeide met 3,6% (2017: 3,7%). De inflatie in Nederland in 2018 bleef laag met 1,6% (2017: 1,3%). De inflatie in de eurozone bedroeg in 2018 1,5% (2017: 1,5%).

Macro-economische cijfers Nederland 2018 en 2017

Jaargemiddelden in procenten

2018 

2017

Reële groei BBP*

2,5

2,9

Inflatie (%)*

1,6

1,3

(Refi)rente (ECB)%**

0,0

0,0

3-maands rente**

-0,3

-0,3

10-jaars rente staat**

0,4

0,5

*   gegevens o.b.v. CPB kerngegevenstabel maart 2019
 ** stand ultimo 2018

Renteontwikkelingen geldmarkt (leningen met een looptijd korter dan of gelijk aan één jaar)
De korte marktrentes zijn laag (minus 0,2% - 0,3%). De Europese Centrale Bank (ECB) voerde in 2018 nog een ruim monetair beleid. De ECB houdt haar beleidsrente (refi) vanaf maart 2016 op 0 procent en de depositorente is negatief (minus 0,4%). De ECB houdt de rente laag om de economische groei en inflatie in de eurozone te verhogen. De inflatie mag op het door de ECB nagestreefde niveau van 2% staan, de kerninflatie ligt op circa 1%. Onderliggend is de inflatiedruk dus beperkt.

Renteontwikkelingen kapitaalmarkt (leningen met een looptijd langer dan één jaar)
In het begin van 2018 steeg de lange rente fors. Ook in oktober 2018 was dit het geval. In beide gevallen was de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de oorzaak. De markt prijsde een agressiever pad van Fed-renteverhogingen in. Dit heeft in Europa niet tot structureel hogere rentes geleid. De teleurstellende economie in de Eurozone, de aanhoudende lage kerninflatie en politieke risico’s als Brexit en het Italiaanse begrotingsconflict oefenen een te sterke neerwaartse druk op de lange rente uit.
Als gevolg hiervan staan per ultimo 2018 de lange rentes op het laagste niveau sinds april 2017.
De gemiddelde 10-jaars staatsrente over 2018 (0,58%) is t.o.v. 2017 (0,52%) nauwelijks gestegen.

Interne financiering

Kortlopende interne financiering (langer dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen).

Langlopende interne financiering (langer dan 1 jaar)
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Voor het begrotingsjaar 2018 is de omslagrente bepaald op 2,0%. In 2018 is  € 34,0 mln. aan rente toegerekend en als kapitaallast verantwoord in de diverse beleidsprogramma’s. De gemiddelde betaalde rente over 2018 over het geleende geld is 2,03% en exclusief de doorverstrekkingen aan derden op 1,85%.

Het onderstaande renteschema geeft inzicht in de berekening van de omslagrente

Renteschema

Jaarrekening 2018

Begroting 2018

A

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

28.555

29.112

B

De externe rentebaten over de korte en lange financiering

-/-

(15.307)

(14.507)

C

saldo rentelasten en rentebaten

13.248

14.605

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

(2.247)

(2.388)

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld

moet worden toegerekend

-/-

(4.904)

(4.904)

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

6.097

7.313

D1

Rente over eigen vermogen

11.956

15.233

D2

Rente over vreemd vermogen

2.412

2.990

E

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

20.465

25.536

De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag)

33.441

33.618

F

Renteresultaat op het taakveld Treasury

12.976

8.082

Inzet renteresultaat aan algemene middelen

(12.976)

(8.082)

De boekwaarde van de activa die integraal worden gefinancierd bedraagt per 1 januari 2018 € 1,67 miljard (begroot € 1,68 miljard). In 2018 bedroeg het toegerekende  1,22% (€ 20.465/1,67 miljard). Op begrotingsbasis  1,52%. Er heeft geen nacalculatie van de rente plaatsgevonden omdat de afwijking binnen het door de BBV toegestane afwijkingspercentage blijft. Een lagere rentetoerekening is gemeentebreed neutraal. Een lagere rente leidt tot een lagere last bij de taakvelden, maar ook tot een evengrote lagere baat binnen het programma Financiën.

De toegerekende rente over het eigen vermogen is conform de bestaande afspraken betrokken bij de toevoeging aan de voorziening negatieve plannen en de dekking van de apparaatskosten van  programma Stadsontwikkeling.