Toelichting op de balans

Eigen vermogen €571,1 mln.

Eigen vermogen €571,1 mln.

Het eigen vermogen van de Gemeente Den Haag bestaat uit de Algemene reserves (€ 62,2 mln.), de overige reserves (€ 500,4 mln.) en het saldo van de rekening (€8,5 mln.). Het eigen vermogen is met     € 157,8 mln. afgenomen t.o.v. vorig jaar. Dit komt voornamelijk door de inzet van de projectreserves en bestemmingsreserves voor het afgesproken beleid. De stand per 31-12-2018, de mutaties ten opzichte van de stand van 31-12-2017 en afwijkingen van de begrote mutaties zijn toegelicht in de programmaverantwoording. Een toelichting op aard en doel van reserves en eventuele bijzonderheden die niet het gevolg zijn van het uitgevoerde beleid worden hierna per categorie reserve toegelicht.

Algemene reserves – totaal (€ 62,2 mln.)
De algemene reserves (in brede zin) bestaan uit de algemene reserve, de programmareserves, de centrale bedrijfsvoeringsreserve en de exploitatiereserves. De algemene reserve bevat in beginsel vrij beschikbare middelen, is niet gekoppeld aan specifiek door de raad vastgestelde doelen en is bedoeld voor het afdekken van risico’s en tegenvallers, waarvoor geen afzonderlijke reserves of voorzieningen zijn getroffen. Hiermee wordt voorkomen dat financiële tegenvallers direct leiden tot onmiddellijke bezuinigingen. In de paragraaf weerstandsvermogen is een nadere toelichting opgenomen.

Algemene reserve (€ 54,8 mln.)
Met de resultaatbestemming 2017 (RIS299533) is € 4,1 mln. onttrokken uit de algemene reserve. Jaarlijks brengt de gemeente bij de begroting de benodigde omvang van het weerstandsvermogen in beeld. In 2018 leidde dit ertoe dat € 5,5 mln. uit de algemene reserve kon vrijvallen. In het coalitieakkoord 2018 - 2022 is de ambitie vervallen om 700 extra statushouders te huisvesten en is het plan Brug over de Pijp geschrapt. Hierdoor is de risicoreservering van € 6,0 mln. uit de algemene reserve vrijgevallen.

Bedrijfsvoeringsreserve (€ 0,0 mln.)
Per 31-12-2017 had de centrale bedrijfsvoeringsreserve een hoogte van € 8,4 mln. Na verrekening van het resultaat is dit saldo afgenomen naar € 0,4 mln. Voor de afwikkeling van reorganisatiekosten is het restant van € 0,4 mln. onttrokken.

Programmareserves (€ 0,1 mln.)
Met deze reserves kunnen kleine voor- en nadelen tussen begrotingsjaren worden opgevangen die bij gelijkblijvend beleid in een programma kunnen ontstaan. De hoogte van de programmareserves is gemaximeerd in de Verordening Financieel Beheer en Beleid. Overschotten worden afgeroomd ten gunste van de algemene reserve. Het college doet eenmaal per jaar een voorstel voor de aanwending van de programmareserves. Deze aanwending maakt onderdeel uit van de besluitvorming over de begroting. Met de resultaatbestemming 2017 (RIS299533)  is € 5,3 mln. onttrokken aan de programmareserves. In 2018 is € 5,9 mln. vrijgevallen en toegevoegd aan het budgettair kader en is       € 15,5 mln. onttrokken conform besluitvorming bij het Halfjaarbericht 2018.

Op basis van het coalitieakkoord is er een nieuwe programma-indeling en zijn er nieuwe programmareserves ingesteld. De oude programmareserves zijn beëindigd. De saldi van een aantal oude programmareserves zijn overgeheveld naar de nieuwe.

Gemeentebrede exploitatiereserves (€ 7,3 mln.)
Onder de gemeentebrede exploitatiereserves worden de onderhoudsreserves vastgoed (€ 2,9 mln.) en gebruikersonderhoud sportaccommodaties (€ 4,5 mln.) verantwoord. De onderhoudslasten verschillen naar hun aard van jaar tot jaar. Om deze verschillen op te kunnen vangen zijn deze twee reserves ingesteld. Zo kunnen pieken in het onderhoud dan wel jaarrekeningresultaten worden opgevangen. Met de resultaatsbestemming van de programmarekening 2017 is € 1,1 mln. onttrokken uit deze reserves. Op basis van het verwachte onderhoud voor de komende jaren zijn de reserves gemaximeerd op respectievelijk 5,5 mln. (sportaccommodaties) en 4,5 mln. (vastgoed). In de paragraaf onderhoud kapitaal goederen respectievelijk het programma Sport wordt nader ingegaan op het feitelijk in 2018 uitgevoerd onderhoud. Voor dit onderhoud is € 1,6 mln. onttrokken.

Reserve grondbedrijf (€ 60,7 mln.)
Deze reserve dient ter dekking van de algemene risico's van bedrijfsmatig opereren op de onroerend goed markt. De reserve wordt gevoed door de financieel-administratieve afsluiting van plannen. Indien een MPG-plan met een negatief saldo operationeel wordt verklaard door het bestuur wordt er een voorziening getroffen voor de contante waarde van het plan. De actualisatie van deze voorziening wordt verrekend met de reserve Grondbedrijf. De reserve wordt verder toegelicht in de paragraaf Grondbeleid.

De algemene reserve (in brede zin) en de Reserve Grondbedrijf (samen 123,0 mln.) zijn onderdeel van het gemeentelijk weerstandsvermogen.

Egalisatiereserves (€ 0,6 mln.)

De egalisatiereserves hebben tot doel om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De reserve Financiering is opgeheven. De vrijval van € 5,5 mln. is toegevoegd aan het budgettair kader. Met de resultaatbestemming is op grond van bestuurlijke afspraken  € 1,4 mln. onttrokken aan de reserve Verkiezingen.

Activareserve (€ 215,6 mln.)
In de reserve activafinanciering zijn middelen opgenomen voor incidentele dekking van kapitaallasten van investeringen. In 2018 is aan de reserve activafinanciering € 62,2 mln. toegevoegd, voornamelijk uit de exploitatie uit verschillende programma’s. Hiervan heeft € 50,6 mln. betrekking op maatschappelijk nut investeringen, o.a. in Kraayenstein, Hobbemaplein, Noordwestelijke Hoofdroute etc. Daarnaast is  € 11,6 mln. aan de reserve toegevoegd voor incidentele dekking van onder andere investeringen in kunstgrasvelden en fietsenstalling Kijkduin. € 26 mln. uit de reserve is vrijgevallen, hiervan is € 25 mln. het gevolg van de verlaging van het investeringskrediet Rotterdamse Baan.

Projectreserves (€160,0 mln.)
Projectreserves zijn reserves die dienen ter dekking van een specifiek doel of project. In 2018 betreft het de volgende reserves:

De stand per 31-12-2018, de mutaties ten opzichte van de stand van 31-12-2017 en afwijkingen van de begrote mutaties zijn verder toegelicht in de programmaverantwoording.

Bestemmingsreserves overig ( 63,5 mln.)
Dit zijn centrale reserves op programma 15 Financiën, die niet onder een van de andere categorieën vallen, te weten:

Een inhoudelijke toelichting is (indien relevant) opgenomen onder programma 15 Financiën in de programmaverantwoording.